Voor het pand Westerbadstraat 31 zijn in de nazomer van 2020 twee Stolpersteine geplaatst als gedenkstenen voor de vanuit dit huis weggevoerde moeder en dochter Godfried. Vanwege Corona was er geen bijeenkomst mogelijk bij de plaatsing. Nazaat Fred Menko heeft onderstaand beeld van de familie geschreven om de stenen met herinneringen te omkleden. Volgend jaar zal hij over zijn familie Menko, waarvan het gezin Godfried onderdeel uitmaakt een boek uitbrengen (#).
# Dit boek is in maart 2022 verschenen bij uitgeverij Boom onder de titel “Veertien kinderen. De oorlogsgeschiedenis van mijn joodse familie”, auteur Fred Menko.
“De familie Menko en de familie Godfried
Mijn grootvader Adolf Menko kwam uit Enschede, hij was getrouwd met Henderika Godfried. Mijn grootmoeder, Henderika Godfried, kwam uit Bedum. Dat leek mij als kind, alleen al door de naam Bedum en omdat mijn oma er vandaan kwam, een lieflijk dorp.
In de oorlog zijn vele familieleden gedeporteerd en vermoord. Mijn grootvader Adolf kwam uit Stad Delden, uit een groot gezin van veertien kinderen. Twee broers zijn een natuurlijke dood gestorven, alle andere broers en zusters en vele van hun nakomelingen zijn in de oorlog gedeporteerd en vermoord. In de oorlog woonden mijn grootouders in Enschede, en daar was een uitgebreid netwerk van verzet, met een leidende rol voor dominee Overduin. Zo hebben zij door onderduik de oorlogsjaren kunnen overleven. Over de familie van mijn opa heb ik een boek geschreven, dat begin 2022 verschijnt: “Veertien kinderen. De oorlogsgeschiedenis van een joodse familie”. Daarin wordt ook het verhaal van de familie Godfried verteld.
De familie Godfried
Mijn oma Henderika Menko-Godfried (1886) had een broer, Nathan (1881) en twee zusters, Henriëtte van Geuns-Godfried (1882) en Jeanne Godfried (1889).
Hun vader Samson Godfried was geboren in Hoogeveen, hun moeder Judith Godfried-Kanstein in de stad Groningen. Zij waren op 10 oktober 1880 in Groningen getrouwd, hij was toen 28 jaar, zij was 24 jaar. Samson Godfried was antiquair (zo werd dit in de familie verteld, er zijn over zijn werk geen documenten bewaard gebleven) zijn vrouw Judith was vroedvrouw. In het Nieuws van de Dag van 15 december 1898 werd bekendgemaakt, dat in Bedum Mej. J. Godfried-Kanstein was benoemd tot gemeente-vroedvrouw.
Vanaf 1923 woonden Samson Godfried en Judith Godfried-Kanstein in de Westerbadstraat 31 in Groningen. Hun dochter Jeanne woonde bij hen op ditzelfde adres.
Uit foto’s, brieven en beschrijvingen komt Jeanne Godfried naar voren als een wilskrachtige vrouw. Zij was zeker ook een warmvoelende vrouw, die zich inzette voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking. Destijds werd dit zwakzinnigenzorg genoemd. Jeanne werkte als secretaresse van de Vereniging Zwakzinnigenzorg. In het Nieuwsblad van het Noorden van 19 januari 1935 riep zij op om schoeisel te schenken. Het bericht eindigde als volgt: “Bij voorbaat breng ik u hartelijk dank, omdat het mijn vaste overtuiging is, dat een Groningsche moeder in het bijzonder, aan deze medewerking graag gehoor zal geven. Ook de Redactie dank ik voor haar goede hulp”. Jeanne Godfried, Secretaresse van “Zwakzinnigenzorg”.
De oorlog
De broer van Jeanne, Nathan, de oudste uit het gezin, was al ver voor de oorlog, in 1920, overleden. Samson Godfried overleed kort voor de oorlog, begin 1940, hij was 87 jaar. Tijdens de bezetting door nazi-Duitsland volgden er steeds meer beperkende maatregelen voor joodse Nederlanders. Uiteindelijk werden zeer velen weggevoerd, eerst naar Westerbork en van daar naar Auschwitz en Sobibor. De meeste gedeporteerden zijn direct na aankomst door gasverstikking vermoord.
Judith Godfried-Kanstein kwam op 87-jarige leeftijd in Westerbork. Zij werd op 6 juli 1943 gedeporteerd naar Sobibor in Polen en direct na aankomst, op 9 juli 1943, om het leven gebracht. Jeanne werd op 7 september 1943 naar Auschwitz weggevoerd, waar ook zij direct na aankomst, op 9 september 1943, om het leven werd gebracht, 53 jaar oud.
Henriëtte van Geuns-Godfried, zuster van Jeanne, en haar man Bernard van Geuns konden onderduiken bij een echtpaar in Jipsinghuizen, en hebben zo de oorlog overleefd. De andere zuster van Jeanne, mijn oma Henderika Menko-Godfried, was ondergedoken bij een dominee in Borne, in de doopgezinde pastorie, haar man, mijn opa Adolf Menko, was ondergedoken in Enschede.
Het Jeanne Godfried huis
In januari 1967 werd aan de Kraneweg 111 het Jeanne Godfried huis geopend, “dat onderdak biedt aan vijftien geestelijk gehandicapte vrouwen en meisjes”. (Nieuwsblad van het Noorden, 27 januari 1967). “Een zuster van Jeanne Godfried, de 84-jarige mevrouw Henriëtte van Geuns-Godfried uit Hoogezand, was een van de vele genodigden”. “Een ontroerend moment was het toen Jeanne Zuidema, kleindochter van Mevrouw H. van Geuns-Godfried, in de eetzaal een foto van wijlen Jeanne Godfried onthulde”. Later is dit tehuis opgegaan in een grotere instelling in de stad Groningen.
De joodse begraafplaats in Selwerd
Op de joodse begraafplaats in Selwerd ligt mijn overgrootvader Samson Godfried begraven. Het is een dubbel graf met een enkele steen: naast hem was een graf gereserveerd voor zijn vrouw, maar dat graf is nooit gebruikt, omdat zijn vrouw naar Polen is weggevoerd en daar is vermoord. (zie foto juni 2021)
Over tante Jeanne en haar ouders werd in onze familie altijd met veel liefde gesproken. Dat ging dan over een wereld, die mij onbekend was, het leven van voor de oorlog.”
Fred Menko
Voor wie meer wil weten of aanvullingen heeft: via de redactie kan contact opgenomen worden met Fred Menko.
#buurthistorie