Home » Zoek resultaten voor '#buurthistorie'

Zoekresultaten voor: #buurthistorie

Over Oosterbadstraat 5

Oosterbadstraat 5 (2008, foto GoogleMaps)

Het huis Oosterbadstraat 5 maakt deel van uit van een blok van 56 woningen in het hart van de Badstratenbuurt. Deze zijn in ca. 1883 gebouwd op initiatief van “De Bouwvereeniging”, een van de eerste woningbouwverenigingen in de stad.
De meeste van de woningen aan de Oosterbadstraat, Kleine Badstraat en Westerbadstraat waren gelijk van grootte. Aan de Eelderstraat waren de huizen iets anders van indeling. Ook Oosterbadstraat 5 was afwijkend van indeling en grootte. Naast de gang en 2 ramen was er nog een tweede ruimte met kamer aan de straatzijde. Dit extra deel was bedoeld als winkel en is jarenlang als zodanig in gebruik geweest.

De eerste vermelding van een bewoner is te vinden in het Groninger adresboek van 1893 waar J. J. Buisman er een winkel heeft als kruidenier en slijter (zie ook de advertentie in het Nieuwsblad van het Noorden van 8-1-1893 voor bij hem verkrijgbare “Medicinale Lofodinsche LEVERTRAAN”).

Hij heeft die winkel tot ongeveer 1910 waarna A. Dijk als kruidenier op het adres wordt vermeld in het adresboek. Het bevolkingsregister laat zien dat deze Anne Dijk eigenlijk koetsier was en zijn vrouw Eefke Nanninga als kruidenierster de winkel dreef.
In 1921 wordt het huis en de winkel overgenomen door Harm van Ek die er tot 1924 een groentenhandel had. Na zijn vertrek wordt het weer een kruidenierszaak, nu van Jan Dijkstra. Vermoedelijk hield zijn vrouw Lucretia in de praktijk de winkel draaiende, want als beroep van Jan staat ook zilversmidsknecht vermeld. Na zijn overlijden in 1937 bleef Oosterbadstraat 5 nog tot 1960 bewoond door mevr. Dijkstra-Zijlstra (geboren in 1885). Onduidelijk is hoelang de winkel nog door haar werd gevoerd. Op een foto na de bevrijding in 1945 (te bekijken bij de Groninger Archieven) is het uithangbord van de winkel nog te zien.
In 1953 woont ook Berend Post op dit adres, samen met zijn vrouw. Hij is schoenmaker, mogelijk woonde en werkte hij in het winkeldeel. Hij gaat na een half jaar wonen op Oosterbadstraat 2. Na het vertrek van mevr. Dijkstra in 1960 komt hij opnieuw op nummer 5 te wonen, met vrouw en inmiddels 2 kinderen. Volgens een kleine advertentie uit 1958 is zijn schoenreparatiebedrijf nog actief en wordt het niet opgeheven (?).

(Nieuwsblad van het Noorden, 25-02-1958)

In 1964 is het bedrijf volgens een advertentie in het Nieuwsblad overgenomen door schoenmaker v. d. Brand. Deze dove schoenmaker heeft jarenlang in onze buurt een schoenmakerij gehad, het laatst in de Kleine Badstraat, nummer 25.

(Nieuwsblad van het Noorden, 27-5-1964)

Waarschijnlijk is het huis al die jaren verhuurd geweest en komt het in 1969 in verhuurde staat in de verkoop. Het wordt gekocht door de familie Hofman die het pand, na het vertrek van huurder v. d. Brand, samenvoegt met nr 7 waar ze zelf al wonen.

(Nieuwsblad van het Noorden, 18-1-1969)

In 2021 vertrekt bewoonster mevr. Hofman en worden de beide panden verkocht aan een bouwbedrijf. Dat bedrijf renoveert beide huizen, splitst ze weer in 2 aparte woningen die in de verhuur komen.
De huurprijzen zijn wel veranderd, in 1969 werd Oosterbadstraat 5 nog verhuurd voor 688,80 gulden per jaar zoals is te zien in bovenstaande verkoopadvertentie uit 1969.

#buurthistorie

Waar komt de naam Marwix vandaan?

In onze buurt zijn maar liefst drie straten die de naam Marwix bevatten.
Wie is die Marwix en waarom zijn die straten naar hem genoemd?

Eeuwenlang is voor de verdediging van de stad Groningen een vestingwal aanwezig geweest. In de loop van de tijd is hier steeds meer aan uitgebouwd en verbeterd. Vanaf ca. 1517 leefde de stad Groningen onder het beschermheerschap van hertog Karel van Gelre. Deze stelde als stadhouder de Gelderse Jasper van Marwijck aan. Tijdens zijn bewind stookte hij de burgers en gilden op om van het stadsbestuur meer zeggenschap te eisen. In de roerige periode die daar uit ontstond werd van Marwijck afgezet en belandde hij in 1529 voor 2 jaar in de gevangenis.  Naast onrust stoken heeft hij ook flink wat energie gestopt in de uitbreiding en verbetering van de stadswallen.

Daarbij hoort o.a. de aanleg van een waterpoort in het Hoornsche Diep vlak bij waar nu onze Badstratenbuurt ligt.  Op het vestingkaartje stroomt rechtsonder het Hoornsche Diep (tegenwoordig het Noord-Willemskanaal) via deze waterpoort de stadsvesting binnen.

Daarbij hoort o.a. de aanleg van een waterpoort in het Hoornsche Diep vlak bij waar nu onze Badstratenbuurt ligt.  Op het vestingkaartje stroomt rechtsonder het Hoornsche Diep (tegenwoordig het Noord-Willemskanaal) via deze waterpoort de stadsvesting binnen.

Deze dubbele poort werd naar de stadhouder genoemd: de Marwixpijpen. Een waterpoort werd een pijp genoemd, naar de tunnelvormige doorgang die in de vestingwal werd gemaakt. Het plaatje hierboven (detail van een oude kaart van Hautbois) laat zien hoe de waterpoort er ongeveer uit heeft gezien. De waterpoort heeft vermoedelijk ergens in de huidige Zuiderhaven gelegen.
Bij de Marwixpijpen werd het doorstromende water met twee dammen afgescheiden van de stadsgracht om te voorkomen dat bij laag water (de stad stond toen via de Aa en het Reitdiep in direct contact met de Waddenzee) de vestinggracht grotendeels leeg zou lopen. In een later stadium zijn de dammen versterkt tot een stenen muur (‘beer’ genoemd) met daarop een blokkerend torentje (een ‘monnik‘).

Begin 1600 werd de stad uitgebreid naar het noorden en werd de vestingwal rondom de hele stad voorzien van nieuwe verdedigingsbastions, dwingers genoemd. De dwingers die vlak bij onze buurt lagen werden A-dwinger (ongeveer op de plaats van de Westerkade) en Marwixdwinger (ongeveer op de plaats van de 2 appartementenflats aan de Praediniussingel) genoemd.
In 1874 is besloten dat de vestingwerken niet langer noodzakelijk waren voor de verdediging en in de jaren daarna is met de ontmanteling begonnen.
De badstratenbuurt is na afbraak van de vestingwerken in de jaren erna aangelegd.
Daarbij is de Marwixstraat genoemd naar de Marwixpijpen en de Marwixdwinger, die op hun beurt dus weer naar stadhouder Jasper van Marwijck zijn genoemd. Later zijn ook de kade langs het Noord-Willemskanaal (Marwixkade) en de Marwixhof naar hem vernoemd.
Zelfs voor de steeg tussen de Marwixkade en de Marwixstraat is de naam van de stadhouder gebruikt: deze heet Jaspersgang.

(Uit de Badstratenbuurtkrant van februari 2000)

#buurthistorie

Korte geschiedenis van het Badhuis

Ingekleurde foto van het Badhuis uit 1903
www.beeldbankgroningen.nl foto NL-GnGRA_1986_129

Uit oogpunt van hygiëne worden aan het eind van de 19e eeuw in de grotere steden gemeentelijke badhuizen gebouwd. De meeste arbeiderswoningen kenden alleen wc’s buiten de woning en douches komen pas na de Tweede Wereldoorlog in beeld.
Volgens de Nieuwe Groninger Courant van 26 april 1881 wordt vanaf 1 mei de “Gemeentelijke bad- en zweminrichting” geopend, een combinatie van badhuis en zwembad op de plaats die werd aangeduid als “buiten de voormalige A-poort“.

Het baden en zwemmen gebeurde in de open lucht. Openingstijden waren van ’s morgens 5 tot 9 en ’s middags van 12 tot zonsondergang.
Voor vrouwen was het badhuis geopend voormiddags van 9 tot 12 uur. Al na enkele dagen werden de openingstijden aangepast: voor vrouwen bleef het bad op woensdag en zaterdag langer open, van 9 – 3 uur.
Voor de toegang moesten bij het gemeentehuis kaartjes worden gekocht, echter het zuidelijke bad (bij het spoor) was gratis toegankelijk en werd daarom bekend onder de naam “het Loez’nbad“.

Herkomst foto: Fotobedrijf Piet Boonstra,
(www.beeldbankgroningen.nl foto 1785-307)

In de jaren veertig komen er plannen voor een nieuw zwembad, omdat het bad volkomen verouderd en te klein is geworden. Na de opening van het zwembad de Papiermolen wordt medio jaren vijftig het Badhuis gesloten.
Het terrein wordt verkocht aan Niemeyer die het als opslag en parkeerterrein in gebruik heeft tot begin jaren 90. Daarna wordt het terrein gesplitst met tegen het spoor een nieuw kantoor voor Niemeyer met parkeerplaats en rond het Badhuis nieuwbouw en een plein.
Het Badhuis wordt opgeknapt en opgedeeld in 2 huurwoningen en deels als buurthuis in gebruik genomen (1994).
In 2001 besluit de verhuurder woningcorporatie Nijestee het gebouw opnieuw een grote onderhoudsbeurt te geven.

In 2010 besloot de gemeente het badhuis aan te wijzen als gemeentelijk monument. In dit document kunt u meer lezen over de historie van het badhuis en de redenen om het tot monument te benoemen.

#buurthistorie

Over de Badstratenbuurtkrant

In veel wijken verschijnt een gedrukte nieuwsbrief of een krant.
In de badstratenbuurt is jarenlang enthousiast gewerkt aan de Badstratenbuurtkrant.

Het eerste gestencilde nummer verscheen ongeveer in september 1974. Links ziet u de voorkant van dit nummer dat verscheen op het formaat van een dubbelgevouwen A4. Van dit nummer is nog een origineel exemplaar bewaard gebleven. U kunt er hier zelf ook nog even doorbladeren.

De krant volgde in de eerste jaren het studentenleven: nummer 1 van een jaargang verscheen in september, tegen de zomer verscheen het “eindejaarsnummer” .
Vele jaren is er aandacht geweest voor de sloopplannen van de gemeente met de buurt en vervolgens met de mogelijkheden tot opknappen van de huisjes met gemeentelijke subsidies.
Er waren verschillende eetrubrieken, gratis advertenties (“loezebadjes”, genoemd naar het gratis toegankelijke deel van het Badhuis zwembad), betaalde advertenties door buurtwinkeliers, heuse columnschrijvers zoals Saakje Andersverdriet en een historische rubriek. De redactie van de website zal van de nog beschikbare kranten gebruik maken om de geschiedenis af en toe weer wat op te halen. Heeft u nog een oude krant dan willen we die graag scannen om er nog stukken voor de website in onze geschiedenisrubriek op te nemen. Laat het de redactie weten via een mailtje.

In 2008 verscheen het laatste nummer van de hand van redacteur Wout Hoekstra. Dit was nummer 2 van jaargang 33.
Ook die krant kunt u hier nog bekijken.
Daarna zijn er nog enkele papieren nieuwsbrieven verschenen, waarna de buurtvereniging in de laatste nieuwsbrief van juni 2011 aankondigde dat er werd overgestapt naar een digitale nieuwsbrief in combinatie met de al bestaande website.

Hieronder een aantal beelden/artikelen die in oude Badstratenbuurtkranten zijn verschenen:
Over het kunstwerk in het trottoir van de Eeldersingel
Waar komt de naam Marwix vandaan?

#buurthistorie

Stolperstein voor Will van Rossum

Voor de woontoren De Regentes is een zogenaamde Stolperstein aangebracht. Deze gedenktekens zijn bedoeld om aandacht te geven aan mensen die in de Tweede wereldoorlog zijn gesneuveld of vermoord. De steen wordt geplaatst bij de plek waar de persoon destijds woonde.

Foto Will van Rossum

Willem Antonie van Rossum, Will genoemd, studeert aan de Middelbare Landbouwschool in Groningen, waar hij aan de Emmasingel op kamers woont. Will is in het bezit van een oude luchtbuks, die bij hem in de kast staat. Wapenbezit is, zeker tijdens de stakingen in het voorjaar van 1943, ten strengste verboden.
Will wordt verraden door de dochter van zijn voormalige hospita, die de buks in de kast ziet liggen. Zij schakelt de Sicherheitsdienst in. Op 3 mei 1943 wordt Will op school gearresteerd. Zijn conciërge probeert de SD’ers nog om de tuin te leiden door te zeggen dat hij niet aanwezig is, maar dat mag niet baten. De volgende dag wordt de 19 jaar oude Will van Rossum standrechtelijk gefusilleerd. Hij is door de Duitsers op een onbekende plaats begraven en wordt nog steeds vermist.

Willem Anthonie van Rossum
Geboren: 28 januari 1924, Pangkalan-Brandan, Nederlands Indië
Vermoord: 4 mei 1943, Hoogezand

De gevelrij aan de Emmasingel in WO II met rechts (naast het witte huis) het pand waar nu De Regentes staat.
Fotograaf onbekend, Collectie Groninger Archieven (uitsnede van foto NL-GnGRA_2138_1593)

#buurthistorie

Evert Feringa overleden (10-8-2014)

Maandagmiddag hebben de buren en familie in de aula van het uitvaartcentrum Boerhavelaan afscheid genomen van Evert Jacob Feringa uit de Westerbadstraat.
Geboren 12 juli 1926 te Marum en gestorven 10 augustus 2014 te Groningen.

Een hele markante en geliefde buurman die de laatste jaren zo lang als mogelijk met zijn rollator nog dagelijks zijn buurtwandeling maakte. Hij kookte nog zelf en deed zijn eigen boodschappen en maakte met iedereen graag een praatje. Heel lang heeft hij in de Westerbadstraat gewoond en voor zijn moeder gezorgd. Enkele jaren geleden is hij op aandrang van familie naar een bejaardenhuis gegaan, maar hij vond het er vreselijk en kwam al snel terug. Zijn laatste weken moest hij toch nog naar het Menno Lutterhuis waar hij op zondag 10 augustus is overleden.

We zullen hem missen.

#buurthistorie

Eelderbrug kapotgeschoten tijdens bevrijding

Foto P.B. Kramer, Beeldbank Groningen
https://hdl.handle.net/21.12105/b51e4ead-ec20-e599-eaaa-338fe60ad577

Van 14 – 18 april 1945 is de stad Groningen door het Canadese leger bevrijd van de Duitse bezetting. Een belangrijke toegang verliep via de Paterswoldseweg waar zwaar gevochten is. De Duitse bezetters probeerden de opmars te stoppen door het vernielen van verschillende bruggen rond het centrum. Ook de Eelderbrug is toen onbruikbaar gemaakt. Een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 3-5-1960 suggereert dat het niet om het afschermen van het centrum ging (lees hier dit krantenartikel): de Eelderbrug zou zijn opgeblazen om de bezetter een verdedigbaar gebied te geven “gelegen tussen het Verbindingskanaal, het Winschoterdiep, het Helperdiepje en het Hoornsediep om daar uiteindelijk op het Sterrebos, het z.g. terrein van „Volksweerbaarheid” achter de gevangenis en de Rabenhauptkazerne, tot het einde te strijden“.

Op deze foto van P.B. Kramer van april 1945 zijn de restanten van de brug te zien met op de achtergrond links Bij de Sluis nr 1 (toen een schoenenmagazijn, nu een ijssalon) en rechts de bebouwing zoals die toe op “het eiland” stond (nu staat daar een  appartementencomplex aan de Steenhouwerskade).

Meer informatie:

#buurthistorie

Plopatou overleden (1938-2017)

Onze markante buurtbewoner Plopatou is niet meer. 

Hij werd in 1938 in het R.K.Z te Groningen geboren als zoon van de heer en mevrouw de Jonge-Becherer en kreeg een imposante rij voornamen (Berthil Cornelis Alex Iwan Pauw). Later werd zijn naam door hemzelf uitgebreid tot B.C.A.I.P. van Hanswijck de Jonge, maar het meest bekend werd en bleef hij onder de naam Plopatou.

Vanaf eind jaren zestig vormde hij met een diverse groep andere jongeren een soort provo kern in de stad. Hij fotografeerde, schreef gedichten, schilderde en werd door zijn uiterlijk met lage haren en gewaden en stevig opgemaakt een bekende Stadjer.
Ook in de lokale politiek speelde hij begin jaren ’70 een rol als oprichter en lijstaanvoerder van de Internationale Partij voor Sex en Oproer, maar de partij haalde bij de gemeentelijke verkiezingen geen raadszetel. Na het vertrek van burgemeester Jos Staatsen in 1991 heeft hij nog zonder succes gesolliciteerd naar de vrijgekomen burgemeesterspost.
Eind jaren tachtig vond er een plotse omslag plaats in de kleding en het kapsel van Plopatou: het lange haar en de zwierige kleding verdwenen en hij werd een keurige heer in keurig pak en strak gekapt, veelal met hoed en paraplu. Enkele jaren later overleed zijn moeder en kwam hij vanuit de Oosterpoort in de Badstratenbuurt bij zijn zoon Wladyslaw wonen. 

Toen zijn zoon naar Den Haag vertrok bleef hij in Groningen, maar ging zeer regelmatig ook naar de residentie om zich daar in diverse zaken te verdiepen. Zowel vanuit Den Haag als thuis in Groningen kwam hij, altijd te voet, nooit zonder een boek of curiosum weer naar zijn woning terug. Deze was zeer afgesloten van de omgeving en werd van buiten met balkondecoraties en verzamelde historische keien aangekleed tot een kleine vesting. 
Vanaf medio jaren zestig gaf Plopatou schriftelijk zijn mening en kennis over diverse zaken in de stad, maar ook over de landelijke politiek en militaire zaken. Regelmatig werden zijn brieven geplaatst in het Dagblad van het Noorden, maar ook veel instanties en  personen werden door hem met lange handgeschreven epistels op ongewenste ontwikkelingen, foute besluiten of interessante historische zaken gewezen. 
In het afgelopen jaar ging zijn gezondheid zichtbaar achteruit en op vrijdag 25 augustus is Plopatou op 78-jarige leeftijd overleden.

 Met dank aan de fotograaf Oliver Verheij voor de hierbij geplaatste foto.

#buurthistorie

Domweg gelukkig aan de Marwixkade

Herinneringen van Willy Hilverda (1)

In 1979 ging ik in Groningen sociologie studeren en kwam terecht in het pas gekraakte Rooms Katholieke Ziekenhuis (RKZ) aan de Verlengde Hereweg. Bijna vier jaar later had ik genoeg van het RKZ en meldde me bij het gemeentelijk huisvestingsbureau waar ik vanaf 1979 stond ingeschreven. Een vriend die in de Eelderstraat woonde, had me getipt dat er op de Marwixkade werd gebouwd, dus dat gaf ik op als eerste voorkeur. 

En zo kreeg ik een tweekamerappartement toegewezen in de Badstratenbuurt. Omdat het bijzondere bouw was – houtskeletbouw – kregen wij, de toekomstige bewoners, in 1983 de sleutels na een vaartocht en openingshandeling van burgemeester Buiter.
Een nieuw en fris huis, daar was ik wel aan toe na dat altijd wat groezelige kraakpand. Ik schilderde de muren wit en kocht licht vinyl. “Het lijkt hier wel een zwembad,” was het commentaar van de mannen die het kwamen leggen. De rode pannenset en de rode keukenhanddoeken die ik bij de Hema had gekocht, boden volgens mij voldoende compensatie voor het zwembadgevoel.
Overburen had ik niet en ik woonde op de eerste verdieping, dus overgordijnen in de woonkamer waren niet nodig. En ’s avonds zat ik graag voor het raam te kijken hoe het licht van de straatlantaarns weerkaatste in het water van het Noord-Willemskanaal.

Pijptabak
‘s Ochtends haalde ik brood bij bakker Bolt op de hoek van de Eeldersingel en Eelderstraat en kocht een Volkskrant bij de tabakszaak op de hoek van de Eelderstraat en de Paterswoldseweg. ’s Middags fietste ik naar de Dreize (aan de Koeriersterweg?) om boodschappen te doen. Op dat tijdstip rook het bij de Niemeijerfabriek aan de Paterswoldseweg altijd naar zoete pijptabak, terwijl ’s ochtends de geur van shag overheerste.
Na alle fietskilometers die ik had afgelegd over de Verlengde Hereweg was ik erg gelukkig met de nabijheid van alles: het station, het Groninger Museum (toen nog op de Praediniussingel), het centrum en vooral: het Stadspark met de kunstijsbaan. Ik werd lid van de IJVG, de IJsvereniging Groningen, en trainde ’s zomers in het park en ’s winters op het ijs.

Aanbidders
In mijn portiek woonden twee stellen met wie ik omging: Helma en Stefan en Bert-Harm en Ellen-Dine. Bert-Harm studeerde voor tandarts en ging, toen hij was afgestudeerd, terug naar de Achterhoek om er een eigen praktijk te beginnen. Stefan, Helma en ik begonnen later een eetgroep met Jannie en Henk die ook in de Badstratenbuurt woonden.
Boven me woonde Elena, een schone Spaanse, die regelmatig bezoek had van aanbidders. Op een winternacht werd ik wakker van geschreeuw buiten, een mannenstem die wanhopig riep: ‘Elena! Elena!’ De volgende ochtend zag ik aan de voetsporen in de sneeuw op het hek van mijn balkon achter dat hij naar haar toe was geklommen.

Meer dan acht jaar heb ik met veel plezier op de Marwixkade gewoond, zat in het bestuur van de Badstratenbuurtvereniging en in de redactie van de Badstratenbuurtkrant. Waarover later meer. Toen ik eind 1991 een baan kreeg bij de Culturele Raad Zuid-Holland verhuisde ik naar Rotterdam.

#buurthistorie

De Badstratenbuurtkrant in de jaren tachtig

Herinneringen van Willy Hilverda (2)

De Badstratenbuurtgroep had in 1983 een wat kwijnend bestaan geleid, maar in 1984 komt er nieuw leven in de brouwerij omdat de gemeente wil dat buurtgroepen verenigingen worden. Dit heeft tot gevolg dat er een aantal buurtbewoners actief wordt en de Badstratenbuurtvereniging opricht. Ik word secretaris van de vereniging en stap in de redactie van de Badstratenbuurtkrant. Verder zitten in de redactie: Wout Veldstra, die het krantje de voorgaande jaren in zijn eentje draaiende heeft gehouden en Ellen-Dine en Helma, twee medebewoners van mijn portiek aan de Marwixkade.
In deze buurtkrant staat, naast een verslag van de ledenvergadering, een interview met beeldend kunstenaar Hans Mes, die het befaamde beeld heeft gemaakt dat bij Bij de Sluis staat: Dreckschnabel. Vanaf het tweede nummer van 1984 staat Dreckschnabel op de voorkant van het blaadje. De oplage is in die jaren 450.

Wrijfletters
Blaadjes maken is dan nog puur handwerk. We typen, knippen, plakken en maken koppen met wrijfletters. Zwarte lijnen worden op het papier geplakt met een soort draad. Erg precies zijn we niet. Het komt regelmatig voor dat letters en lijnen niet helemaal recht op het papier staan. Het knippen en plakken van de buurtkrant doen we in de buurtwinkel, het pand op de hoek van de Eeldersingel en Bij de Sluis. Drukken gebeurt bij Delta, een organisatie waar ook andere buurtkrantjes worden gedrukt. Ook dat vind ik leuk. Moedervellen maken en dan toekijken terwijl de machines drukken, rapen en nieten.

Badstratenbuurtkrant nr 5 (1984)

Beestachtig
In nummer 5 van 1984 schrijf ik een stukje over Jasper van Marwijk, de naamgever van de Marwixstraat, de Marwixkade en de Jaspersgang. Een nogal opvliegend heerschap. In 1985 of 1986 begin ik met de rubriek Beestachtig, waarin ik schrijf over de wederwaardigheden van mijn katten. Mijn hoop is dat andere buurtbewoners ook stukjes gaan schrijven over hun huisdieren, maar het enige wat gebeurt is dat er op een avond een mevrouw bij me aanbelt die vraagt of ik wil collecteren voor de Dierenbescherming. Ik ben immers zo’n dierenvriend. Ik moet haar teleurstellen.
In jaargang 13 nummer 3 plaatsen we voor het eerst een recept, van Stefan, ook wonend in mijn portiek aan de Marwixkade. Vanaf nummer 4 van die jaargang beginnen we met interviews, onder meer met de wijkagent en de brugwachter.


Niemeijerterrein
Een steeds terugkerend onderwerp in de buurtkrant in die jaren is het Niemeijerterrein. Eind 1985 worden de oude gebouwen gesloopt en worden plannen gemaakt voor nieuwbouw. In het bouwteam dat de nieuwbouw begeleidt zitten enkele vertegenwoordigers van de buurt die zich sterk maken voor inspraak van toekomstige bewoners, een aanvaardbaar huurniveau en goed geïsoleerde woningen. Ook willen de buurtvertegenwoordigers dat buurtbewoners voorrang hebben bij de toewijzing van de nieuwe woningen.

Steenhouwerskade
Het eerste nummer van 1988 verschijnt in een extra grote oplage (700 exemplaren), omdat het bestuur van de buurvereniging de bewoners van de Emmasingel en de Steenhouwerskade meer bij de ontwikkelingen van het gebied wil betrekken. Voor een artikel over de geschiedenis van de Steenhouwerskade gaan Helma en ik naar het gemeentearchief waar we het bevolkingsregister en adresboeken raadplegen. Op de kade woonden aan het begin van de negentiende eeuw onder meer blikslagers, steenhouwers, timmerlieden en winkeliers.
In het tweede nummer van 1988 staat, naast het interview met brugwachter Hopman en een artikel over de verbouwing van bakker Bolt tot bruncherie, een artikel met als kop ‘Nieuwbouw Niemeijerterrein valt tegen’. De twee grootste problemen zijn vocht en geluidsoverlast. En de voordeuren hebben nog geen bel. Ook bevat de krant een verslag in van het buurtfeest. Over buurtfeesten meer in een volgend artikel.

Hoe het verder gaat met de Badstratenbuurtkrant weet ik niet, want dit nummer is het laatste wat ik in mijn bezit heb.

[Redactie: lees meer over de buurtkrant en hoe ze verdween in een ander artikel: Over de Badstratenbuurtkrant ]

#buurthistorie