Home » Zoekresultaten voor '#buurthistorie' (Pagina 2)
Zoekresultaten voor: #buurthistorie
Evert Feringa overleden (10-8-2014)

Maandagmiddag hebben de buren en familie in de aula van het uitvaartcentrum Boerhavelaan afscheid genomen van Evert Jacob Feringa uit de Westerbadstraat.
Geboren 12 juli 1926 te Marum en gestorven 10 augustus 2014 te Groningen.
Een hele markante en geliefde buurman die de laatste jaren zo lang als mogelijk met zijn rollator nog dagelijks zijn buurtwandeling maakte. Hij kookte nog zelf en deed zijn eigen boodschappen en maakte met iedereen graag een praatje. Heel lang heeft hij in de Westerbadstraat gewoond en voor zijn moeder gezorgd. Enkele jaren geleden is hij op aandrang van familie naar een bejaardenhuis gegaan, maar hij vond het er vreselijk en kwam al snel terug. Zijn laatste weken moest hij toch nog naar het Menno Lutterhuis waar hij op zondag 10 augustus is overleden.
We zullen hem missen.
#buurthistorie
Eelderbrug kapotgeschoten tijdens bevrijding

https://hdl.handle.net/21.12105/b51e4ead-ec20-e599-eaaa-338fe60ad577
Van 14 – 18 april 1945 is de stad Groningen door het Canadese leger bevrijd van de Duitse bezetting. Een belangrijke toegang verliep via de Paterswoldseweg waar zwaar gevochten is. De Duitse bezetters probeerden de opmars te stoppen door het vernielen van verschillende bruggen rond het centrum. Ook de Eelderbrug is toen onbruikbaar gemaakt. Een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 3-5-1960 suggereert dat het niet om het afschermen van het centrum ging (lees hier dit krantenartikel): de Eelderbrug zou zijn opgeblazen om de bezetter een verdedigbaar gebied te geven “gelegen tussen het Verbindingskanaal, het Winschoterdiep, het Helperdiepje en het Hoornsediep om daar uiteindelijk op het Sterrebos, het z.g. terrein van „Volksweerbaarheid” achter de gevangenis en de Rabenhauptkazerne, tot het einde te strijden“.
Op deze foto van P.B. Kramer van april 1945 zijn de restanten van de brug te zien met op de achtergrond links Bij de Sluis nr 1 (toen een schoenenmagazijn, nu een ijssalon) en rechts de bebouwing zoals die toe op “het eiland” stond (nu staat daar een appartementencomplex aan de Steenhouwerskade).
Meer informatie:
- Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bevrijding_van_Groningen)
- Website Grunn (http://www.grunn.nl/historie/p_index.php)
- Website De bevrijding van Groningen 70 jaar (http://www.bevrijdinggroningen70.nl/)
- het boek Vier dagen in april door M.H. Huizinga en B. van Leusen (1999)
#buurthistorie
Plopatou overleden (1938-2017)
Onze markante buurtbewoner Plopatou is niet meer.
Hij werd in 1938 in het R.K.Z te Groningen geboren als zoon van de heer en mevrouw de Jonge-Becherer en kreeg een imposante rij voornamen (Berthil Cornelis Alex Iwan Pauw). Later werd zijn naam door hemzelf uitgebreid tot B.C.A.I.P. van Hanswijck de Jonge, maar het meest bekend werd en bleef hij onder de naam Plopatou.
Vanaf eind jaren zestig vormde hij met een diverse groep andere jongeren een soort provo kern in de stad. Hij fotografeerde, schreef gedichten, schilderde en werd door zijn uiterlijk met lage haren en gewaden en stevig opgemaakt een bekende Stadjer.
Ook in de lokale politiek speelde hij begin jaren ’70 een rol als oprichter en lijstaanvoerder van de Internationale Partij voor Sex en Oproer, maar de partij haalde bij de gemeentelijke verkiezingen geen raadszetel. Na het vertrek van burgemeester Jos Staatsen in 1991 heeft hij nog zonder succes gesolliciteerd naar de vrijgekomen burgemeesterspost.
Eind jaren tachtig vond er een plotse omslag plaats in de kleding en het kapsel van Plopatou: het lange haar en de zwierige kleding verdwenen en hij werd een keurige heer in keurig pak en strak gekapt, veelal met hoed en paraplu. Enkele jaren later overleed zijn moeder en kwam hij vanuit de Oosterpoort in de Badstratenbuurt bij zijn zoon Wladyslaw wonen.
Toen zijn zoon naar Den Haag vertrok bleef hij in Groningen, maar ging zeer regelmatig ook naar de residentie om zich daar in diverse zaken te verdiepen. Zowel vanuit Den Haag als thuis in Groningen kwam hij, altijd te voet, nooit zonder een boek of curiosum weer naar zijn woning terug. Deze was zeer afgesloten van de omgeving en werd van buiten met balkondecoraties en verzamelde historische keien aangekleed tot een kleine vesting.
Vanaf medio jaren zestig gaf Plopatou schriftelijk zijn mening en kennis over diverse zaken in de stad, maar ook over de landelijke politiek en militaire zaken. Regelmatig werden zijn brieven geplaatst in het Dagblad van het Noorden, maar ook veel instanties en personen werden door hem met lange handgeschreven epistels op ongewenste ontwikkelingen, foute besluiten of interessante historische zaken gewezen.
In het afgelopen jaar ging zijn gezondheid zichtbaar achteruit en op vrijdag 25 augustus is Plopatou op 78-jarige leeftijd overleden.
Met dank aan de fotograaf Oliver Verheij voor de hierbij geplaatste foto.
#buurthistorie
Domweg gelukkig aan de Marwixkade
Herinneringen van Willy Hilverda (1)
In 1979 ging ik in Groningen sociologie studeren en kwam terecht in het pas gekraakte Rooms Katholieke Ziekenhuis (RKZ) aan de Verlengde Hereweg. Bijna vier jaar later had ik genoeg van het RKZ en meldde me bij het gemeentelijk huisvestingsbureau waar ik vanaf 1979 stond ingeschreven. Een vriend die in de Eelderstraat woonde, had me getipt dat er op de Marwixkade werd gebouwd, dus dat gaf ik op als eerste voorkeur.
En zo kreeg ik een tweekamerappartement toegewezen in de Badstratenbuurt. Omdat het bijzondere bouw was – houtskeletbouw – kregen wij, de toekomstige bewoners, in 1983 de sleutels na een vaartocht en openingshandeling van burgemeester Buiter.
Een nieuw en fris huis, daar was ik wel aan toe na dat altijd wat groezelige kraakpand. Ik schilderde de muren wit en kocht licht vinyl. “Het lijkt hier wel een zwembad,” was het commentaar van de mannen die het kwamen leggen. De rode pannenset en de rode keukenhanddoeken die ik bij de Hema had gekocht, boden volgens mij voldoende compensatie voor het zwembadgevoel.
Overburen had ik niet en ik woonde op de eerste verdieping, dus overgordijnen in de woonkamer waren niet nodig. En ’s avonds zat ik graag voor het raam te kijken hoe het licht van de straatlantaarns weerkaatste in het water van het Noord-Willemskanaal.
Pijptabak
‘s Ochtends haalde ik brood bij bakker Bolt op de hoek van de Eeldersingel en Eelderstraat en kocht een Volkskrant bij de tabakszaak op de hoek van de Eelderstraat en de Paterswoldseweg. ’s Middags fietste ik naar de Dreize (aan de Koeriersterweg?) om boodschappen te doen. Op dat tijdstip rook het bij de Niemeijerfabriek aan de Paterswoldseweg altijd naar zoete pijptabak, terwijl ’s ochtends de geur van shag overheerste.
Na alle fietskilometers die ik had afgelegd over de Verlengde Hereweg was ik erg gelukkig met de nabijheid van alles: het station, het Groninger Museum (toen nog op de Praediniussingel), het centrum en vooral: het Stadspark met de kunstijsbaan. Ik werd lid van de IJVG, de IJsvereniging Groningen, en trainde ’s zomers in het park en ’s winters op het ijs.
Aanbidders
In mijn portiek woonden twee stellen met wie ik omging: Helma en Stefan en Bert-Harm en Ellen-Dine. Bert-Harm studeerde voor tandarts en ging, toen hij was afgestudeerd, terug naar de Achterhoek om er een eigen praktijk te beginnen. Stefan, Helma en ik begonnen later een eetgroep met Jannie en Henk die ook in de Badstratenbuurt woonden.
Boven me woonde Elena, een schone Spaanse, die regelmatig bezoek had van aanbidders. Op een winternacht werd ik wakker van geschreeuw buiten, een mannenstem die wanhopig riep: ‘Elena! Elena!’ De volgende ochtend zag ik aan de voetsporen in de sneeuw op het hek van mijn balkon achter dat hij naar haar toe was geklommen.
Meer dan acht jaar heb ik met veel plezier op de Marwixkade gewoond, zat in het bestuur van de Badstratenbuurtvereniging en in de redactie van de Badstratenbuurtkrant. Waarover later meer. Toen ik eind 1991 een baan kreeg bij de Culturele Raad Zuid-Holland verhuisde ik naar Rotterdam.
#buurthistorie
De Badstratenbuurtkrant in de jaren tachtig
Herinneringen van Willy Hilverda (2)
De Badstratenbuurtgroep had in 1983 een wat kwijnend bestaan geleid, maar in 1984 komt er nieuw leven in de brouwerij omdat de gemeente wil dat buurtgroepen verenigingen worden. Dit heeft tot gevolg dat er een aantal buurtbewoners actief wordt en de Badstratenbuurtvereniging opricht. Ik word secretaris van de vereniging en stap in de redactie van de Badstratenbuurtkrant. Verder zitten in de redactie: Wout Veldstra, die het krantje de voorgaande jaren in zijn eentje draaiende heeft gehouden en Ellen-Dine en Helma, twee medebewoners van mijn portiek aan de Marwixkade.
In deze buurtkrant staat, naast een verslag van de ledenvergadering, een interview met beeldend kunstenaar Hans Mes, die het befaamde beeld heeft gemaakt dat bij Bij de Sluis staat: Dreckschnabel. Vanaf het tweede nummer van 1984 staat Dreckschnabel op de voorkant van het blaadje. De oplage is in die jaren 450.
Wrijfletters
Blaadjes maken is dan nog puur handwerk. We typen, knippen, plakken en maken koppen met wrijfletters. Zwarte lijnen worden op het papier geplakt met een soort draad. Erg precies zijn we niet. Het komt regelmatig voor dat letters en lijnen niet helemaal recht op het papier staan. Het knippen en plakken van de buurtkrant doen we in de buurtwinkel, het pand op de hoek van de Eeldersingel en Bij de Sluis. Drukken gebeurt bij Delta, een organisatie waar ook andere buurtkrantjes worden gedrukt. Ook dat vind ik leuk. Moedervellen maken en dan toekijken terwijl de machines drukken, rapen en nieten.
Beestachtig
In nummer 5 van 1984 schrijf ik een stukje over Jasper van Marwijk, de naamgever van de Marwixstraat, de Marwixkade en de Jaspersgang. Een nogal opvliegend heerschap. In 1985 of 1986 begin ik met de rubriek Beestachtig, waarin ik schrijf over de wederwaardigheden van mijn katten. Mijn hoop is dat andere buurtbewoners ook stukjes gaan schrijven over hun huisdieren, maar het enige wat gebeurt is dat er op een avond een mevrouw bij me aanbelt die vraagt of ik wil collecteren voor de Dierenbescherming. Ik ben immers zo’n dierenvriend. Ik moet haar teleurstellen.
In jaargang 13 nummer 3 plaatsen we voor het eerst een recept, van Stefan, ook wonend in mijn portiek aan de Marwixkade. Vanaf nummer 4 van die jaargang beginnen we met interviews, onder meer met de wijkagent en de brugwachter.
Niemeijerterrein
Een steeds terugkerend onderwerp in de buurtkrant in die jaren is het Niemeijerterrein. Eind 1985 worden de oude gebouwen gesloopt en worden plannen gemaakt voor nieuwbouw. In het bouwteam dat de nieuwbouw begeleidt zitten enkele vertegenwoordigers van de buurt die zich sterk maken voor inspraak van toekomstige bewoners, een aanvaardbaar huurniveau en goed geïsoleerde woningen. Ook willen de buurtvertegenwoordigers dat buurtbewoners voorrang hebben bij de toewijzing van de nieuwe woningen.
Steenhouwerskade
Het eerste nummer van 1988 verschijnt in een extra grote oplage (700 exemplaren), omdat het bestuur van de buurvereniging de bewoners van de Emmasingel en de Steenhouwerskade meer bij de ontwikkelingen van het gebied wil betrekken. Voor een artikel over de geschiedenis van de Steenhouwerskade gaan Helma en ik naar het gemeentearchief waar we het bevolkingsregister en adresboeken raadplegen. Op de kade woonden aan het begin van de negentiende eeuw onder meer blikslagers, steenhouwers, timmerlieden en winkeliers.
In het tweede nummer van 1988 staat, naast het interview met brugwachter Hopman en een artikel over de verbouwing van bakker Bolt tot bruncherie, een artikel met als kop ‘Nieuwbouw Niemeijerterrein valt tegen’. De twee grootste problemen zijn vocht en geluidsoverlast. En de voordeuren hebben nog geen bel. Ook bevat de krant een verslag in van het buurtfeest. Over buurtfeesten meer in een volgend artikel.
Hoe het verder gaat met de Badstratenbuurtkrant weet ik niet, want dit nummer is het laatste wat ik in mijn bezit heb.
[Redactie: lees meer over de buurtkrant en hoe ze verdween in een ander artikel: Over de Badstratenbuurtkrant ]
#buurthistorie
In memoriam Jacob Borghuis (1942 – 2018)
Op woensdag 18 juli overleed op 76-jarige leeftijd een van de oudste bewoners van de Badstratenbuurt, Jacob Borghuis. Voor intimi beter bekend onder de naam Joppie Cognac!
Jacob is niet in onze wijk geboren, maar kwam op jonge leeftijd met zijn beide ouders en zijn oudere zuster in de Ooster Badstraat 21 wonen. Zowel vader Borghuis als zoon werkten op de scheepswerven aan de Zuiderhaven. Ook werkte hij een tijdlang bij de Sociale Werkvoorziening, maar hier kwam een eind aan toen hij afgekeurd werd na een hartoperatie. Hij was toen ongeveer 54 jaar.
De zuster verliet het huis al vroeg om te trouwen en de moeder des huizes overleed in de jaren ´70. Sindsdien woonden Jacob senior en Jacob junior als een soort ´Stiefbeen en zoon´ (tv-serie) samen. Ze hingen veel rond op straat en hadden vaak ruzie met hun omgeving en ook veel met elkaar. In die jaren verzamelden ze ook heel veel koper. De schuur lag er tot aan het plafond toe vol mee. Om het koper te beschermen hadden ze Dobermann Pinchers die ze altijd Tasja noemden en hadden ze geweren in huis. De beide mannen waren stevige kroegbezoekers en de nachtelijke tirades van Joppie zullen nog veel buurtbewoners zich herinneren.
Toen de oude Borghuis overleed kwam er hulp voor Joppie van het maatschappelijk werk en van de ene op de andere dag stopte Joppie met drinken.
Hij was in veel opzichten een lastige klant, ook voor de Thuiszorg TSN die toch tot het laatst voor hem gezorgd hebben. Ze verdienen daarvoor veel respect, vooral ook omdat Joppie onverwacht heel kwaad kon worden en dan verbaal zeer grof werd.
De laatste jaren zat hij vaak op straat met zijn hondje Tasja naast zich. En de liefde voor zijn hondje was dan ook echt wel zijn zwakke plek. Stapelgek was hij met zijn hondje.
Zijn humeur werd er echt niet beter op en vooral het laatste jaar bouwde de politie een behoorlijk dossier op over Joppie. Winkeldiefstal, met de scooter over de stoep rijden, mensen bedreigen. Het kon hem allemaal niks schelen…
Eind juni had hij erg veel last van pijn in zijn heupen en hij begon alle pijnstillers die hij in huis had tegelijk in te nemen. Hij was veel op straat en veel buurtgenoten hebben toen geprobeerd hem te helpen. Op vrijdag 29 juni accepteerde hij de hulp van de doktersdienst en werd naar het Martini Ziekenhuis gebracht. Hier verbleef hij twee dagen op de Intensive Care en werd daarna naar de afdeling Geriatrie overgebracht. Omdat hij zich zeer agressief gedroeg moest er 24 uur per dag bewaking op zijn kamer komen om het verplegend personeel te beschermen.
Daarna werd Joppie kalm en was ook weer aanspreekbaar. Na twee weken waren de doktoren aan het eind van hun mogelijkheden gekomen. In overleg met de naasten werd de verdere behandeling gestopt. Jacob is kalm en vredig ingeslapen op woensdag 18 juli.
Het is rustig geworden in de Ooster Badstraat.
JACOB BORGHUIS geboren 3-03-1942 – overleden 18-07-2018 te Groningen
#buurthistorie
Jacky Meester (25 april 1929 – 28 mei 2019)
Onze buurtbewoonster Jacky Meester is op 28 mei jongstleden op 90-jarige leeftijd overleden. Jacky woonde sinds begin jaren 90 in de Westerbadstraat en heeft al die jaren veel voor onze buurt betekend.
Zij was op haar 76ste de initiatiefneemster van de Badstratenbuurtwandelclub, die inmiddels al 14 jaar bestaat. Onze eerste wandeling was op Koninginnedag 2005, een prachtige zonnige wandeling van Loppersum naar Appingedam. In 2015, ons 10-jarig jubileum, hebben we dezelfde wandeling opnieuw gedaan, op Koningsdag. Op haar 86ste wandelde Jacky weer mee. We hebben dit ’s avonds met champagne beklonken in het Badhuis.
Tijdens activiteiten van de buurtvereniging zoals barbecues, borrels, ledenvergaderingen en buurtfeesten ontbrak ze zelden. Jacky heeft ook heel veel andere activiteiten georganiseerd in onze buurt, met name in het kader van haar goede doel: het project voor weeskinderen in Birma. Boekenbeurzen, kledingbeurzen, samen eten en hele fantastische middagen Kitsch & Kunst. Al het geld wat ze zo voor dit weeshuis inzamelde heeft ze, samen met vriendinnen, persoonlijk naar Birma gebracht en ze stuurde daar ook altijd foto’s van. Ze vertelde hier ook heel graag over.
Wat Jacky zo bijzonder maakte was het feit dat ze, ook op hoge leeftijd, midden in het leven stond. Ze had de nieuwste iPhone, iPad en digitale camera. Ze was erg bedreven in het maken van fotoboeken van de vele digitale foto’s die ze altijd en overal maakte. De laatste fotoboeken maakte ze, enkele weken voor haar overlijden, van de viering van haar 90e verjaardag. Ze las alles wat verscheen en was continu op de hoogte van wat er in de wereld gebeurde. Dat maakt haar tot een zeer gewaardeerde buurvrouw waar je graag kwam om van gedachten te wisselen en om raad te vragen. En niet te vergeten was ze erg betrokken bij buren, kinderen, honden en poezen om haar heen. Wij missen haar aanwezigheid enorm.
#buurthistorie
Het Joodse gezin Blok, Marwixstraat 12A
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog woonde in de Badstratenbuurt op Marwixstraat 12A het Joodse gezin van Emanuel Blok en Heintje Blok-van Gelder. Emanuel is het vijfde kind van Samuel Blok (koopman) en Elizabeth Marcus (beide Groningers) en wordt op 24-12-1896 geboren in Groningen. Zijn vrouw Heintje van Gelder is in Groningen geboren op 16-11-1898 als het negende en een na jongste kind van Philip Joseph van Gelder (geboren in Kampen, sigarenmaker en later koopman, winkelier) en Keetje Koekkoek (geboren in Groningen).
Emanuel en Heintje groeiden beide op in de joodse buurt rond de Folkingestraat, hij woonde op Nieuwstad 44A, zij boven de ouderlijke winkel Folkingestraat 26. Het stel trouwt op 8-3-1928 en al na half jaar wordt op 8 september hun dochter Elizabeth geboren. Een paar jaar later krijgen ze nog een zoon Philip (2-4-1933). De eerste huwelijksjaren wonen ze in de Raamstraat 36A, dit huis bestaat niet meer.
In 1933 verhuist het gezin naar de Marwixstraat, eerst naar nr. 6 en 2 jaar later naar nr. 12A. Zijn hele werkzame leven is Emanuel magazijnbediende geweest, mogelijk bij de huidenhandel van Vos van Coevorden, die naast zijn ouderlijk huis was gevestigd en ook een pakhuis had achterin de Marwixstraat. Ook hun woonhuis Marwixstraat 12A bestaat niet meer, het is in de jaren tachtig vervangen door een nieuw huizenblok (nrs. 10 en 12).
Volgens hun persoonskaarten is het gezin tussen 3 en 5 oktober 1942 opgepakt en afgevoerd naar kamp Westerbork. Al kort daarna op 9 oktober zijn ze verder op transport gezet naar Auschwitz, waar Heintje direct na aankomst op 12 oktober 1942 is vermoord, waarschijnlijk met de beide kinderen van 14 en 9 jaar oud. Emanuel is enkele maanden later op 31 januari 1943 vermoord, 46 jaar oud.
Van het gezin zijn geen foto’s bekend en ook hun woonhuizen zijn er niet meer. Om van hun leven toch een beeld te geven is een groepsfoto geplaatst gemaakt bij het ouderlijk huis van Emanuel aan de Nieuwstad (uit het boek van Johan van Gelder) , de registratiekaart van Emanuel Blok, een foto van de Marwixstraat uit 1968 en een recente foto van Marwixstraat 10-12 (bovenaan dit artikel).
(foto Groninger Archieven, 1968)
Dit verhaal is ook gepubliceerd in de Facebookgroep https://www.facebook.com/groups/joodsezeeheldenbuurtgroningen/
Bronnen:
- boeken ‘Terug van Weggeweest’ en ‘Mooie Mensen, lotgevallen van de Joodse familie Van Gelder in Nederland’, auteur Johan van Gelder
- website https://www.joodsmonument.nl/
- website https://arolsen-archives.org/en/
- website https://www.groningerarchieven.nl/
#buurthistorie
Buurtgenote Duurke Bijlefeld 20 maart overleden (1934-2021)
Duurke is geboren in 1934 net over het spoor in het huis dat haar vader als aannemer begin jaren 30 bouwde aan de Paterswoldseweg. In de jaren 50 verhuisde ze naar het westen, waar ze diverse banen had en een gezin stichtte. Medio jaren 60 keerde ze terug naar Groningen waar hun derde kind geboren werd. Sinds de jaren 80 woonde ze in de Badstratenbuurt, op luttele meters van haar geboortehuis.
Vanaf het moment dat het Badhuis deels als buurthuis in gebruik werd genomen (1994) was Duurke betrokken bij buurtactiviteiten. Ze nam graag deel aan uiteenlopende activiteiten zoals de buurtbarbecue, de nieuwjaarsborrel, buurtfeesten, jaarvergaderingen van de buurtvereniging. Sinds 2005 was ze enthousiast lid van de buurtwandelclub, waarbij ze een voor de jongere deelnemers uitdagend tempo aanhield.
Duurke heeft altijd veel gelezen en ze was dan ook trots dat ze in 2015 de Badstratenbuurtbieb mocht openen (zie foto). In de jaren daarna was ze zelf een fervent gebruiker van deze minibieb.
Niet alleen in onze buurt, maar ook daarbuiten onderhield Duurke vele contacten in diverse kringen, waarover ze respectvol en boeiend kon vertellen. Ze had oog voor het waardevolle in de mensen die op haar pad kwamen.
We missen haar.
Duurke Bijlefeld 1934 – 2021
#buurthistorie
Over de Joodse familie Godfried (Westerbadstraat 31)
Voor het pand Westerbadstraat 31 zijn in de nazomer van 2020 twee Stolpersteine geplaatst als gedenkstenen voor de vanuit dit huis weggevoerde moeder en dochter Godfried. Vanwege Corona was er geen bijeenkomst mogelijk bij de plaatsing. Nazaat Fred Menko heeft onderstaand beeld van de familie geschreven om de stenen met herinneringen te omkleden. Volgend jaar zal hij over zijn familie Menko, waarvan het gezin Godfried onderdeel uitmaakt een boek uitbrengen (#).
# Dit boek is in maart 2022 verschenen bij uitgeverij Boom onder de titel “Veertien kinderen. De oorlogsgeschiedenis van mijn joodse familie”, auteur Fred Menko.
“De familie Menko en de familie Godfried
Mijn grootvader Adolf Menko kwam uit Enschede, hij was getrouwd met Henderika Godfried. Mijn grootmoeder, Henderika Godfried, kwam uit Bedum. Dat leek mij als kind, alleen al door de naam Bedum en omdat mijn oma er vandaan kwam, een lieflijk dorp.
In de oorlog zijn vele familieleden gedeporteerd en vermoord. Mijn grootvader Adolf kwam uit Stad Delden, uit een groot gezin van veertien kinderen. Twee broers zijn een natuurlijke dood gestorven, alle andere broers en zusters en vele van hun nakomelingen zijn in de oorlog gedeporteerd en vermoord. In de oorlog woonden mijn grootouders in Enschede, en daar was een uitgebreid netwerk van verzet, met een leidende rol voor dominee Overduin. Zo hebben zij door onderduik de oorlogsjaren kunnen overleven. Over de familie van mijn opa heb ik een boek geschreven, dat begin 2022 verschijnt: “Veertien kinderen. De oorlogsgeschiedenis van een joodse familie”. Daarin wordt ook het verhaal van de familie Godfried verteld.
De familie Godfried
Mijn oma Henderika Menko-Godfried (1886) had een broer, Nathan (1881) en twee zusters, Henriëtte van Geuns-Godfried (1882) en Jeanne Godfried (1889).
Hun vader Samson Godfried was geboren in Hoogeveen, hun moeder Judith Godfried-Kanstein in de stad Groningen. Zij waren op 10 oktober 1880 in Groningen getrouwd, hij was toen 28 jaar, zij was 24 jaar. Samson Godfried was antiquair (zo werd dit in de familie verteld, er zijn over zijn werk geen documenten bewaard gebleven) zijn vrouw Judith was vroedvrouw. In het Nieuws van de Dag van 15 december 1898 werd bekendgemaakt, dat in Bedum Mej. J. Godfried-Kanstein was benoemd tot gemeente-vroedvrouw.
Vanaf 1923 woonden Samson Godfried en Judith Godfried-Kanstein in de Westerbadstraat 31 in Groningen. Hun dochter Jeanne woonde bij hen op ditzelfde adres.
Uit foto’s, brieven en beschrijvingen komt Jeanne Godfried naar voren als een wilskrachtige vrouw. Zij was zeker ook een warmvoelende vrouw, die zich inzette voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking. Destijds werd dit zwakzinnigenzorg genoemd. Jeanne werkte als secretaresse van de Vereniging Zwakzinnigenzorg. In het Nieuwsblad van het Noorden van 19 januari 1935 riep zij op om schoeisel te schenken. Het bericht eindigde als volgt: “Bij voorbaat breng ik u hartelijk dank, omdat het mijn vaste overtuiging is, dat een Groningsche moeder in het bijzonder, aan deze medewerking graag gehoor zal geven. Ook de Redactie dank ik voor haar goede hulp”. Jeanne Godfried, Secretaresse van “Zwakzinnigenzorg”.
(2AB2E1059A227DE677C90200CFE042FF).jpg)
(Foto’s afkomstig van de website JoodsMonument.nl)
(BC7CFB383F13AF1E07BAA6385051AFC0).jpg)
De oorlog
De broer van Jeanne, Nathan, de oudste uit het gezin, was al ver voor de oorlog, in 1920, overleden. Samson Godfried overleed kort voor de oorlog, begin 1940, hij was 87 jaar. Tijdens de bezetting door nazi-Duitsland volgden er steeds meer beperkende maatregelen voor joodse Nederlanders. Uiteindelijk werden zeer velen weggevoerd, eerst naar Westerbork en van daar naar Auschwitz en Sobibor. De meeste gedeporteerden zijn direct na aankomst door gasverstikking vermoord.
Judith Godfried-Kanstein kwam op 87-jarige leeftijd in Westerbork. Zij werd op 6 juli 1943 gedeporteerd naar Sobibor in Polen en direct na aankomst, op 9 juli 1943, om het leven gebracht. Jeanne werd op 7 september 1943 naar Auschwitz weggevoerd, waar ook zij direct na aankomst, op 9 september 1943, om het leven werd gebracht, 53 jaar oud.
Henriëtte van Geuns-Godfried, zuster van Jeanne, en haar man Bernard van Geuns konden onderduiken bij een echtpaar in Jipsinghuizen, en hebben zo de oorlog overleefd. De andere zuster van Jeanne, mijn oma Henderika Menko-Godfried, was ondergedoken bij een dominee in Borne, in de doopgezinde pastorie, haar man, mijn opa Adolf Menko, was ondergedoken in Enschede.
Het Jeanne Godfried huis
In januari 1967 werd aan de Kraneweg 111 het Jeanne Godfried huis geopend, “dat onderdak biedt aan vijftien geestelijk gehandicapte vrouwen en meisjes”. (Nieuwsblad van het Noorden, 27 januari 1967). “Een zuster van Jeanne Godfried, de 84-jarige mevrouw Henriëtte van Geuns-Godfried uit Hoogezand, was een van de vele genodigden”. “Een ontroerend moment was het toen Jeanne Zuidema, kleindochter van Mevrouw H. van Geuns-Godfried, in de eetzaal een foto van wijlen Jeanne Godfried onthulde”. Later is dit tehuis opgegaan in een grotere instelling in de stad Groningen.
De joodse begraafplaats in Selwerd
Op de joodse begraafplaats in Selwerd ligt mijn overgrootvader Samson Godfried begraven. Het is een dubbel graf met een enkele steen: naast hem was een graf gereserveerd voor zijn vrouw, maar dat graf is nooit gebruikt, omdat zijn vrouw naar Polen is weggevoerd en daar is vermoord. (zie foto juni 2021)
Over tante Jeanne en haar ouders werd in onze familie altijd met veel liefde gesproken. Dat ging dan over een wereld, die mij onbekend was, het leven van voor de oorlog.”
Fred Menko
Voor wie meer wil weten of aanvullingen heeft: via de redactie kan contact opgenomen worden met Fred Menko.
#buurthistorie